(Een gebouw) (plechtig, officieel) openen, in gebruik nemen; (kerkelijk) inwijden, inzegenen; (een monument) onthullen; (een vaandel) (plechtig) overhandigen, aanbieden enz.
Op zaterdag wordt de muziekacademie plechtig ingehuldigd in aanwezigheid van de minister van Nederlandse Cultuur, Taalb. 1964, II, 722.
In 1835 wordt de eerste spoorlijn ingehuldigd, Nu Nog 1977, 117.
Opm.: In de standaardt. uitsl. tn. betr. t. personen.
Afl.: inhuldiging (Op vrijdag 13 en zaterdag 14 mei inhuldiging te Antwerpen van de nieuwe „super showroom”, Gazet v. Antw. 13/5/1977).