Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

getouw

betekenis & definitie

In de verb. iets op (het) getouw zetten, iets opzetten, gaan ondernemen, organiseren enz.; in de standaardt. volledig verdrongen door: iets op touw zetten; - ook: op het getouw staan, op het programma staan, in voorbereiding zijn.

Bertem telt zo’n driehonderd bondsleden - gezinnen en voor dit seizoen staat er heelwat op het getouw, Bond 4/2/1977.

Wellicht kan het kollege iets op het getouw zetten, Gentenaar 19/5/1977.

Bij het begin van dit werkjaar werd inderdaad vooropgesteld, vanuit de gefusioneerde gemeenten plaatselijke Rerum Novarumvieringen op het getouw te zetten, Nieuwsblad 20/5/1977.

Nu hebben de toprenners zich al willen verenigen om een tegenaktie op getouw te zetten, Gazet v. Antw. 26/7/1977.

Ook o.a.: VAN DEN BROECK 1972, 51. Volksmacht 3/12/1976, p. 1.

< >