Direct verbonden met een znw.: aantal; het getal afwezigen, boeken enz., het aantal afwezigen, boeken; - (ambt. t.) (niet) in getal zijn, (niet) in voldoende aantal aanwezig (bij een vergadering e.d.).
Alsof hij het getal zakken die bovengedragen zijn, geteld had, STREUVELS 1962, 123.
De vergadering van 28 april was niet in getal. Nieuwe algemene vergadering op donderdag 26 mei 1977, Gentenaar 8/5/1977.