Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

filet

betekenis & definitie

Ossehaas, vooral in de verb. biefstuk van de filet of filet pu(u)r, biefstuk van de haas; - filet d’Anvers, rookvlees.

Ook vleeswaren en charcuterie in ’t algemeen bevatten veel vet.... Uitzondering hierop maakt het rookvlees of filet d’Anvers, Koken ± 1968, 77.

Rookvleespastei. Gelijke delen filet d’Anvers... en magere wittekaas, Vrouw en Wereld sept. 1977, p. 13.

Opm.: In de standaardt. wel in toep. op dunne reepjes vis of vlees zonder graat of been: kabeljauw-, kip-, tongfilet enz.

< >