Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

dichtdraaien

betekenis & definitie

(Een schroef, een lamp e.d.) vastdraaien, vastschroeven; - uitdraaien.

T. bedoelde het goed toen hij de efficiency wou verhogen door de arbeider tot specialist in het dichtdraaien van een schroef „op te leiden”, Knack 18/4/1973, p. 32.

Wat onze kinderen (want het is een familieprogramma) daar qua zeden en opvoeding voorgeschoteld wordt is waarlijk erbarmelijk, zodat de tv-knop in de meeste huiskamers dichtgedraaid wordt, Vrouw en Wereld nov. 1975, p. 25.

Opm.: In de standaardt. uitsl. in de bet.: op slot doen, door draaien sluiten.

< >