Regelmatig.
Wij hoorden niet tezamen, maar zij wilde het niet begrijpen. Toen ze mij weldra courant als haar verloofde begon voor te stellen, merkte ik schuchter op dat zij zo vlug van stapel liep, LEBEAU 1962, 124.
Het laatste jaar... droeg ze een manteltje uit een geverfde paardedeken (doch dat gebeurde courant bij de gewone lui, zijn eigen vader had zich uit dezelfde stof een broek laten maken), VAN AKEN 1965, 89.