Boekhouding (van een bedrijf).
Het was een goede plaats, zei hij, en een plaats met toekomst. Ik moest dagelijks mee met de boot naar Antwerpen, moest het schrijfwerk doen, de komptabiliteit en verder zo wat een oogje in ’t zeil houden over de marchandise, DE PILLECYN 1962, 58.
Toen ik weer enige dagen op de hoofdpost verbleef voor vervelende routinedingen als comptabiliteit en papieren, vrat ik nog altijd mijn hart op, GEERAERTS 1977, 103.
Opm.: In de standaardt. wel in ambt. t. m. betr. t. de verantwoordelijkheid voor (de juistheid van) geldelijke verrekeningen, geldmiddelen van de overheid enz.; ook in de sam. comptabiliteitsverklaring, -wet.
