Dankbetuiging; brief van (met) bedanking(en), bedankbrief, dankbetuiging, dankwoordje. Ook in beleefdheidsformules: (mijn) bedankingen! (ik) dank u wel! u wordt bedankt! geen bedanking nodig! niets te danken! geen dank! enz.
Met onder de snelbinder een doosje pralines en een briefje met bedankingen van de dief die ’s morgens het vehikel genomen had om nog tijdig zijn bus te kunnen halen, Gazet v. Antw. 13/5/1977.
Anatole is ontegenzeggelijk van karakter veranderd sedert enkele tijd. Klokslag middernacht... reikt hij mij eensklaps de hand en zegt: «ik bedank u wel, hoor. Ik heb van al het goede genoten. Van al het goede.» «Geen bedanking nodig,» «antwoord ik,» «het is u van harte gejond,» Gazet v. Antw. 14/7/1977.
Sam.: bedankingsbrief, bedankbrief; bedankingssreis (Het organizatiekomitee van de eerste Vogelenzangkermis... onderneemt zaterdag 9 juli, een formidabele bedankingsreis, met een boottocht... naar Antwerpen, Gazet v. Antw. 5/7/1977).