Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

afvangen

betekenis & definitie

1. (Iem.) bedriegen, in verlegenheid brengen; - zich afgevangen voelen.

De Volksunie voelt zich weer afgevangen: volgens haar had De Saeger verleden week uitdrukkelijk gezegd dat hij zijn ontwerp eerst aan de oppositie zou doorspelen, Knack 13/12/1972, p. 22.

2. (Een put, een vijver) afvissen, leegvissen.

< >