het vissen met daartoe uitgeruste schepen op open zee. De wijzigingen in de hydrografische en biologische omstandigheden in de zeeën, en ook politieke verwikkelingen, hebben het langzamerhand noodzakelijk gemaakt om de zeevisserij in verder gelegen gebieden te gaan beoefenen.
Vooral het besluit van verscheidene landen om een bredere zone langs hun kustlijn als verboden gebied te verklaren voor vreemde vissers gaf aanleiding tot vele problemen. De belangrijke vanggebieden bevinden zich tegenwoordig in het hoge noorden, in de buurt van IJsland, Groenland, Labrador en Newfoundland, hoewel de Noordzee voor de Nederlanders nog steeds de eerste plaats blijft innemen. Door de grotere afstanden werd de reisduur voor de vissersschepen langer, zodat de bouw van grotere en snellere boten gewenst bleek. De moderne, grote vissersvaartuigen worden voortbewogen door sterke motoren en bieden voor de opvarenden veel meer comfort dan vroeger. De belangrijkste vismethoden zijn de drijfnetvisserij en de trawl- of schrobnet visserij. De drijfnetvisserij wordt toegepast bij de haringvangst.
De zo genoemde vleet is samengesteld uit meer dan honderd netten, elk 30 m lang en 16 m hoog. Deze netten zijn onderaan verzwaard met lood, en aan de bovenzijde bevestigd aan een lange reep, die door houten vaatjes (breels) drijvende wordt gehouden. De netten staan dus rechtop als een schutting in de zee. De haring zwemt in scholen en raakt in de mazen van de netten verward. Als de netten binnenboord worden gehaald, wordt de vis zo spoedig mogelijk schoongemaakt en, na goed van zout te zijn voorzien, in vaten gepakt; zie haringlogger. Bij de trawl- of schrobnetvisserij wordt een zakvormig net achter de trawler of treiler over de zeebodem gesleept.
Op deze wijze wordt meestal schelvis, kabeljauw, schol, tarbot, enz., gevangen. In het net verzamelt zich alles wat in de weg komt en na een paar uur wordt het binnenboord gehaald en de vis aan dek uitgestort. In sommige landen wordt de vissersvloot begeleid door een soort fabrieksschip, dat de vangst van de schepen direct in ontvangst neemt en bewerkt. Moderne fabrieks- en vriesinstallaties aan boord maken het mogelijk de vis met de inmiddels vervaardigde bijprodukten in prima toestand aan wal af te leveren.