of tankschip, een vaartuig dat bestemd is voor het vervoer van vloeibare lading, b.v. olie of water, in geval van gebrek aan aanbod ook wel voor vervoer van gestorte lading, b.v. granen, steenkool. Hiervoor is het schip verdeeld in een groot aantal oliedichte tanks, die met behulp van pompen gevuld en geledigd worden.
Tankschepen hebben de machines en eventueel de ketels (bij stoomtankers) altijd geheel achter in het schip. Zij kregen steeds gigantischer afmetingen, zelfs tot 300m lang en 50 m breed, met een draagvermogen van 200 000 tot 500 000 ton, waarmee alleen de grootste havens kunnen worden bereikt. Vele van deze grote tankers zijn echter uit de vaart genomen omdat ze te duur in gebruik bleken.
