1. afkorting tg, voor een bepaalde hoek de verhouding die er in een rechthoekige driehoek bestaat tussen de overstaande en de aanliggende rechthoekszijde b.v. tg 𝛼 = a/b;
2. raaklijn, rechte lijn die met een gebogen lijn, b.v. een cirkel, slechts één punt gemeen heeft; zie cirkel.