Wordt iemand verdacht van een strafbaar feit, dan vindt een opsporingsonderzoek plaats door de politie, onder leiding van de officier van justitie. Is de laatste van mening dat het bewijs van verdachtes schuld geleverd kan worden, dan daagt hij de verdachte voor de rechter, tenzij hij oordeelt dat het gepleegde feit van te weinig betekenis is.
Er volgt nu een onderzoek op de terechtzitting, waarna een vonnis wordt geveld. Daartegen kan men in beroep komen. Deze hele gang van zaken noemt men het strafproces.