Jan Jacob (1898-1936), Nederlandse schrijver, studeerde medicijnen en was jarenlang scheepsarts en enige tijd arts in Marokko. Hij was een typische romantische natuur in zijn afkeer van leven en maatschappij en in zijn verlangen naar het grootse en ongerepte.
Hij dichtte o.a. „Archipel”, „Eldorado”, „Soleares”, „Een eerlijk zeemansgraf”; ook in zijn proza („Schuim en asch”, „Het verboden rijk”, „Het leven op aarde”) overheerst zijn lyrische aanleg.