Zodra de zon onder de horizon zinkt, begint de avondschemering. Tot de zon ruim 6° onder de horizon is, duurt de burgerlijke schemering, terwijl de astronomische schemering pas eindigt als de zon 180 is weggezonken.
Bij de morgenschemering treedt de omgekeerde volgorde op. De schemering wordt veroorzaakt door de stralen van de al ondergegane zon, die nog tegen hoge luchtlagen spiegelen en erdoor verstrooid worden.De steile dagboog van de zon in de tropen geeft daar een zeer korte schemering, terwijl naar de polen toe de steeds vlakkere dagboog ook steeds langere schemeringen ten gevolge heeft. Bij ons is ’s winters de schemering langer dan ’s zomers.