een vlinderbloemige met bloemen in allerlei kleuren. Aan de wortels ontstaan verdikkingen, waarin de knolletjesbacteriën aanwezig zijn, die de luchtstikstof voor de plant als voedsel geschikt maken.
Daarom worden de eenjarige soorten op arme zandgronden als groenbemesting verbouwd. De groene delen der plant en de zaden bevatten een bittere stof en worden door het vee niet gegeten. In de jaren 1927-1929 gelukte het een lupine zonder bittere smaak te kweken, zodat veeteelt ook op armere gronden mogelijk werd. De blauwe, overblijvende lupine ziet men vaak in bossen als voer voor het wild verbouwd, en op spoordijken verwilderd. Fraaie Amerikaanse soorten bloeien in onze tuinen.