Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Kloostergeloften

betekenis & definitie

In de Katholieke Kerk legt elke kloosterling de drie kloostergeloften af: armoede, gehoorzaamheid en zuiverheid.

1. Armoede: hiermee bedoelt men dat de kloosterling in gemeenschap van goederen leeft. Al zijn inkomsten staat hij af aan de kloostergemeenschap, die dan ook voor zijn onderhoud zorg draagt. Het houdt verder in dat de kloosterling sober leeft.
2. Gehoorzaamheid: de kloosterling bindt zich aan zijn kloostergemeenschap en belooft de taken die de overheid hem opdraagt, uit te voeren.
3. Zuiverheid (maagdelijkheid, celibaat): de kloosterling belooft ook ongehuwd te leven om zich zo vrijer te maken voor zijn geestelijke idealen.

< >