het inwerken van verscheidene golven op dezelfde deeltjes. Dit kan leiden tot versterking of verzwakking van de golfbeweging.
Zijn de bewegingen van de golven namelijk gelijkgericht en even groot, dan ontstaat er dubbele uitwijking; zijn ze even groot, maar tegengesteld gericht, dan heffen de golfbewegingen elkaar op, ze doven elkaar uit. Men kan dit verschijnsel waarnemen bij golven op een wateroppervlak. Het verschijnsel treedt ook op bij geluids- en lichtgolven. Men kan dus op deze wijze met golven van twee lichtbronnen duisternis krijgen (proefvan Fresnel). Daar wit licht bestaat uit licht van verschillende golflengten, zal het verschijnsel bij gebruik van wit licht zo optreden dat telkens een kleur wordt uitgedoofd, en er ontstaan dan spectra; zie buiging. Interferentie treedt ook op bij terugkaatsing en breking bij dunne laagjes. Daardoor ontstaan de kleuren van zeepbellen en dunne olielaagjes op water; zie ook samenstelling.
