Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 24-03-2021

Infla'tie

betekenis & definitie

letterlijk: opblazing. Geld verschaft aanspraak op de in de volkshuishouding aanwezige goederen.

Verhoogt men nu de geldhoeveelheid zonder gelijktijdig de hoeveelheid goederen te vergroten, dan zullen de goederenprijzen stijgen. De waarde van het geld is dan kleiner geworden. Men noemt deze toename van de geldhoeveelheid inflatie. In rustige tijden voorziet de overheid in haar behoeften door belastingen en leningen. In oorlogstijd en tijdens revoluties neemt zij vaak ook haar toevlucht tot het drukken van bankbiljetten. Na de Eerste Wereldoorlog ontstonden er in Duitsland, Oostenrijk, Rusland en Hongarije enorme inflaties.

Eind november 1923 werd in Duitsland de toen gangbare papieren mark door een nieuwe, de ,, rentemark”, vervangen op basis van 1 biljoen papieren marken = 1 rentemark. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het in vele landen opnieuw tot grote geldontwaardingen. Ook een onvoorzichtige loonpolitiek kan inflatie in de hand werken (hogere lonen - hogere prijzen). Inflatie treft altijd degenen die niet over in onroerende goederen belegde vermogens beschikken het zwaarst en schept economische onzekerheid; zie geld, deflatie.

< >