in de zee drijvende ijsmassa’s, die tot 100 m hoog kunnen zijn. Daar zij slechts voor ongeveer een zevende gedeelte boven het water uit komen, vormen zij een zeer groot gevaar voor de scheepvaart, vooral in het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan, waar zij tot de 40ste breedtegraad voorkomen.
Een ijsberg ontstaat óf door het afbreken van gletsjertongen die tot in zee uitlopen, óf door het zich ophopen van pakijs. Bekend is de scheepsramp van de Titanic, het toenmaals grootste stoomschip ter wereld, die in april 1912 op een ijsberg liep en zonk. Sedertdien controleren marine-eenheden elke ijsberg en waarschuwen de schepen die in de nabijheid varen.