of toverhazelaar, een op de hazelaar gelijkende, geneeskrachtige heester uit Noord-Amerika en Oost-Azië, welks bloemen met vier lange, smalle, gele tot roodbruine kroonbladeren in februari aan de bladerloze struik verschijnen. De vruchten springen met kracht open en slingeren de zaden ver weg.
Uit de bladeren bereidt men een extract dat ontstekingen verzacht en voor zalven gebruikt wordt.