versieren. Een versierde of opgemaakte schotel van vlees (meestal koud) en aardappelen en groente of sla is een gegarneerde schotel.
Ter versiering worden langs de rand radijsjes, plakken tomaat, schijfjes of plakjes ei, augurken e.d. gelegd. Ook het aanbrengen van kantwerk, franje e.d. op kleding wordt garneren genoemd.