[geo = zjo], in de muziek:
1. verouderde fluit;
2. fluitachtige toon bij snaarinstrumenten, die men verkrijgt door met de vinger de snaren even aan te raken;
3. hoog register van het orgel.
Gepubliceerd op 24-03-2021
betekenis & definitie
[geo = zjo], in de muziek:
1. verouderde fluit;
2. fluitachtige toon bij snaarinstrumenten, die men verkrijgt door met de vinger de snaren even aan te raken;
3. hoog register van het orgel.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: