leeft in arctisch Noord-Amerika, op Groenland en aan de Aziatische kust van de Beringstraat. De Eskimo’s zijn verwant aan de Mongolen, ze zijn middelgroot van gestalte, hebben een geelbruine huidkleur en zwarte haren.
Met speer, harpoen en boog jagen ze op zeehonden, walrussen, rendieren en andere pelsdieren. Bij hun visvangst maken ze gebruik van bijna geheel afgesloten bootjes, uit huiden gemaakt (kajaks). Op hun tochten gebruiken ze hondesleeën. Hun kleding is van pelzen gemaakt en hun eenvoudige hutten (iglo’s) van aarde, sneeuw of huiden. Ze zijn goedmoedig en vredelievend. Hun priestertovenaars worden sjamanen genoemd.