of geelachtige slang. Hij wordt tot 1,80 m lang.
Zijn beet is voor de mens ongevaarlijk. Hij leeft in Zuid-Europa. Zijn voedsel bestaat uit hagedissen. Zijn naam is afgeleid van Asklepios, de Griekse god der geneeskunde, die ook door de Romeinen vereerd werd. Zijn embleem is een staf omstrengeld door een slang. Deze slangestaf is staf het symbool van de artsenstand.