eerste /mlp hij ongelukken is de voorlopige hulp die een leek verlenen kan. Men moet snel handelen!
1. Bij drenkelingen:
a. maakt het slachtoffer nog adembewegingen: leg hem op de zij met het hoofd op de grond, zodat het water uit neus, keel en mond naar buiten kan wegvloeien. Reinig zo nodig mond en keel met de vinger. Blijf nauwkeurig letten op de kleur en de ademhalingsbewegingen;
b. ademt het slachtoffer niet meer, begin dan direct met kunstmatige beademing (mond op mond). Probeer niet eerst water uit maag of luchtwegen te verwijderen. Als de ademhaling voldoende is teruggekeerd, moet men de drenkeling zo snel mogelijk naar een ziekenhuis vervoeren, daar steeds een ernstige longontsteking dreigt.
2. Bij zonnesteek: zo snel mogelijke afkoeling van het gehele lichaam door middel van overgietingen met koud water. Hierbij dient de huid gemasseerd te worden, om te voorkomen dat de koude prikkel de huidvaten doet samentrekken. Direct de dokter waarschuwen!
3. Bij adderbeet, beet van dolle honden, wespen, bijen:
a. zoveel mogelijk verwijderen van het binnengedrongen vergif;
b. onschadelijk maken van hetgeen achterblijft;
c. beletten dat het gif zich door het lichaam verspreidt. Verwijdering kan geschieden door uitzuigen van de wond en grondig wassen met zeep. Onschadelijk maken is bij steken van insekten soms mogelijk door verdunde ammonia op het wondje te druppelen, of een papje van sigaretteas, of een papje van soda. Bij een beet van giftige slangen moet men om een verwond lid tussen wond en hart een knevelverband aanleggen. Daarna zuigt men de wond uit en brandt deze vervolgens uit met een gloeiend gemaakt mes. Bij de beet van een dolle hond moet de wond niet worden af gesnoerd of behandeld, doch slechts verbonden.
4. Bij vergiftigingen: braken opwekken door vingers achter in de keel te steken en ze daar heen en weer te bewegen. Lukt het niet op deze wijze braken te verwekken, geef dan lauw zout water of mosterdwater. Laat het slachtoffer daarna, als het braken voorbij is, norit slikken. Melk mag men bij een fosforvergiftiging nooit geven. Vergeet niet bij alle vergiftigingen resten van het vergif en ook van het braaksel te bewaren, daar deze stoffen voor het latere onderzoek van belang zijn.
5. Bij gasvergiftiging: de bewusteloze in de frisse lucht brengen. Direct met kunstmatige beademing (mond op mond) beginnen en de dokter waarschuwen!