eenjarige of overblijvende planten met vaak geurige bloemen van verschillende kleur. De vijf kelkbladeren zijn met elkaar vergroeid en de kroonbladeren bestaan uit plaat en nagel.
Behalve de tuinanjer met zijn meestal gevulde bloemen zijn nog de volgende in het wild groeiende anjers bekend: de ruige, de kartuizer en de heideanjer met rode bloemen. De koekoeksbloem met ingesneden roze kroonbladeren wordt zo genoemd naar het koekoeksspog aan zijn stengel. Rood bloeit ook de pekbloem. Hij bezit aan zijn stengel lijm- of pekringen, waardoor mieren en kleine kevertjes ver van zijn bloemen verwijderd blijven. Witbloeiende silenen zijn de blaassilene met opgeblazen kelk, de nachtsilene en de nachtkoekoeksbloem.