aten in hun ontwikkeling van donderpad tot salamander of kikvors de overgang zien van het waterleven naar het leven op het land. Er zijn amfibieën die gedurende hun hele leven uitwendige kieuwen dragen (reuzensalamander, olm).
De salamanders bezitten een staart, die min of meer als roeien stuurorgaan dienst doet (grote en kleine watersalamander). De kikvorsachtigen bezitten geen uitwendig zichtbare staart (padden, kikvorsen).