1. rechtsgeleerde die krachtens rechterlijke toelating in een burgerlijk proces of in een strafproces de belangen van zijn cliënt behartigt. In een strafproces wordt hij raadsman genoemd; zie ook procureur;
2. drank waarvan de hoofdbestanddelen zijn brandewijn en eieren,gebruikt als aperitief;
3. vrucht, in Amerika avocado, ook in Indonesië groeiend, waarvan een smakelijk nagerecht gemaakt kan worden door ze fijn te maken met een vork, waarna dit papje vermengd wordt met suiker en koffie of wijn, ook rum.