z.n.v. - (veroud.) Alles wat tot de uitrusting van een schip behoort. Overdrachtelijk bezigt het Huygens in zijn Sneldichten.
En all’ de takelingh van zenuwen en leden
en nog eens:
Een Haegsche joffers hoofd, dry uren langh gehult,
Ten breedsten uytgestelt, gevlochten en gekrult
Schijnt by een zeilend schip niet kwalick vergeleken
Met touw en takelingh en vlaggen uytgestreken.