z.n.v. - Kamer voor den Kommandeur; op schepen, die geen westergang hebben, is zy het achterste gedeelte van het kuildek, bevattende tot aan den bezaansmast of onder de kampanje. De Voor kajuit is op ’t kuildek, van den bezaansmast tot aan het voorste van den rooster van ’t halfdek.
Op de Koopvaardyschepen is zy - gelijk het woord aanduidt - oorspronkelijk “stookplaats” van Kaien (branden, stooken) en meer bepaald, de stookplaats op een vaartuig. Deze werden langzamerhand ruimer en gemakkelijker; doch de naam bleef bewaard, en thands verstaat men door kajuit een met slaapstede en andere gemakken voorziene kamer aan boord. Groote kajuit (de grootste dier kamers, waar de hutten der Officiers of passagiers op uitkomen en het middagmaal gehouden wordt).Spreekwijze: Zie hut.