bw. - Door elkander verward. Zij vielen Holtertepolter (hals over kop) naar lij.
Omtrent de afkomst van dit woord wordt het volgende verhaald. Een Zwolsche beurtman, met grasmaaiers geladen, zeilde met een stijve koelte by-de-wind. Eenigen onder de Duitschers, die zeeziek voor op ’t dek lagen, gleden telkens naar lij. De schippersknecht, om dit voor te komen, gelastte hun zich aan elkander, en den bovenste loefwaarts, den bolder, daar de fokkeschoot aan belegd wordt, vast te houden. Dit middel om niet aan lij over boord te vallen, maakten de Duitschers aan hun landlieden bekend en wanneer zy over de Zuiderzee voeren en er doorgaands zeezieken onder hen waren, grepen zy elkander aan en riepen tot den sterkste onder hen: holte Er den Polter (hou gy den bolder vast), wat echter niet belette, dat zy nog dikwijls door elkander tuimelden.