(welke laatste schrijfwijze door misbruik en navolging der Engelschen is ingeslopen, als zijnde het woord afkomstig van Emir, dat Opperhoofd beduidt), z.n.m. - Vlootvoogd. Vroeger had men by ons te lande:
Een amiraal Generaal, welke waardigheid achtereenvolgends door de Stadhouders van Holland is bekleed geworden.
Een Luitenant amiraal Generaal, hoedanig de zeehelden Marten Harpertz. Tromp, Michiel Adriaansz. de Ruyter, Kornelis Tromp, achtereenvolgends zijn geweest.
Luitenant amiralen en Vice-amiralen van de onderscheidene Amiraliteiten, door welke zy benoemd werden. Zie amiraliteit.
Sints de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden, worden, ingevolge de Grondwet, de Amiralen, even als alle andere Officieren, door den Koning benoemd.
De benaming amiraal wordt by onze schrijvers ook gebezigd om den bevelvoerder van eenig afzonderlijk smaldeel aan te duiden. Zoo zeide men b. v. De Kapitein A voerde als amiraal den middeltocht aan, de Kapitein B als Vice-amiraal den voortocht en de Kapitein C, als Schout-by-Nacht, den achtertocht.
Spreekwijze: De amiraal heeft geschoten. (De gastheer heeft zijn glas opgenomen en daardoor het sein gegeven.) Elken avond gaat aan boord van het Amiraalschip het wachtschot; dan moeten licht, vuur en pijpen uit, en de nachtwacht begint. Evenzoo luidt elken morgen het dagschot en ieder moet de kooi uit. Ook in een gevecht geeft het Amiraalschip het sein om te beginnen.