Lexicon van de Yoga

Helen Knopper (1976)

Gepubliceerd op 17-08-2020

VEDAS

betekenis & definitie

de collecties vedische literatuur, geschreven in het Sanskriet, die rond 600 v. Chr. werden afgesloten.

Ze vallen in vier categorieën uiteen: de Brahmanas [±880-660 v. Chr.] die uitleg geven over de hymnen en hun rituele toepassing; de Aranyakas [± 600 v. Chr.], de zgn. meditatieve woudzangen; de Upanishads [rond 1000 v. Chr.] die mystiek en filosofie als inhoud hebben en dan nog de Samkitas, die voorzagen in de behoeften der liturgische zangen - de Rigveda, Sama-Veda, Yajur-Veda en Atkarva-Veda. Het woord 'Veda' betekent kennis en het betreft hier kennis omtrent de goden, voor wie verzoening en boetedoening belangrijk zijn, de gebeden, rituele formules en hymnen. De weg van kennisoverdracht werd in de loop der tijden - zoals in alle religies - steeds ingewikkelder.

De rituelen alleen al werden zo gecompliceerd en vermeerderden zich dusdanig, dat men een ingewijde moest zijn om er de betekenis van te kennen. De later opgekomen bewegingen, zoals Bhakti en Vaishnava danken hun ontstaan waarschijnlijk aan de onvoldaanheid over het uitgebreide ritueel van de vedische religie. Men zocht naar vereenvoudiging en het ontstaan van de Upanishads, met de klemtoon op esoterische kennis en meditatie, gepaard aan devotie en versobering, kwam voort uit rebellie tegen het formalisme van het vedische systeem. De natuurgoden van het vedische tijdperk, zoals Zon, Maan, Vuur, Lucht, Water, etc, veranderden geleidelijk in abstractere godheden, zoals Varuna, die de god werd van goed en kwaad, en Prajapati, die de kracht werd genoemd, die de wereld doet bestaan. De v. zeggen: 'God is Eén, hoewel de wijzen Hem vele namen geven.' En de Mahabharata zegt: 'Alle Vedas zijn één en hetzelfde. De Waarheid is Eén, maar het is de menselijke onwetendheid die haar verdeelt.'

< >