de heilige boeken van de Hindoe, die aan het eind van de Vedas, rond 1000 v. Chr. ontstonden.
Ze werden onderwezen in de zgn. Tapovanas en gewoonlijk stelt men hun aantal op 108, met een stuk of twaalf als de voornaamste, bv. Brihadaranyaka, Chhandogya, Isha, Katha, Kena, Mundaka, Shvetasvatara Upanishad. De u. houden zich niet zozeer bezig met maatschappelijke hervormingen, dan wel met de innerlijke Evolutie van de mens en het was de heilige Shankara, die vooral beroemd is geworden wegens zijn uitleg van de u., waarin op diepzinnige en soms verhulde wijze het Brakman is Atman beginsel de kern vormt van alle dialogen.