XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Wederdopersoproer

betekenis & definitie

Wederdopersoproer - Tijdens de regering van Karel V begon de Reformatie wel enige aanhang in A. te krijgen, maar de wederdopers, de aanhangers van het geweldloos anabaptisme, hadden van de vele groepen afgescheidenen verreweg de grootste aanhang. Daar het bestuur van A. toen al zeer vrijzinnig was, konden die wederdopers hier aanvankelijk rustig hun gang gaan. Dat veranderde, toen een van hun voorgangers, Jan Matthijs, tot de overtuiging kwam dat het Godsrijk op aarde niet met weerloosheid te stichten was, maar met de wapenen gegrondvest moest worden. Hij sleepte een groot aantal wederdopers mee, niet eens zozeer onder de Amsterdammers zelf, maar vooral onder het volk dat van heinde en ver toestroomde, omdat gezegd was dat A. de hoofdstad zou worden van het Godsrijk in de Nederlanden. In 1534 werden vijf wederdopers, die met een zwaard in de hand door de stad trokken en onder weegeroep de burgerij tot bekering opriepen, gegrepen en onthoofd.

Dat trok nieuwe martelaren en overtuigden aan; de stad liep vol wederdopers, van wie er steeds meer gegrepen en onthoofd werden. In deze tijd van opwinding kwam Jacob van Campen de stad binnen; hij was door Jan van Leiden, koning van het Münsterse Sion van de wederdopers, tot bisschop van A. benoemd. Hiermee kreeg de beweging een geestelijk leider en hoewel Van Campen steeds op matiging en kalmte aandrong, groeide de beweging hem ras boven het hoofd. Op 10 mei 1535, toen het H. Kruisgilde zijn jaarfeest vierde en de hele stad in feestroes was, ondernamen enige wederdopers onder leiding van Jan van Geelen tegen de wens van de bisschop in een aanslag op het stadhuis, dat inderdaad bezet werd. De Dam werd door hen in staat van verdediging gebracht, maar de regering herstelde zich de volgende dag. De gehele burgerij sloot zich aaneen om deze anarchie te verdrijven. Het stadhuis werd heroverd en vele wederdopers zijn hierna geëxecuteerd. Ook bisschop Van Campen, hoewel niet schuldig aan de aanslag, werd ter dood gebracht.

LIT. F.J. Dubiez. De onlusten van de Wederdopers te Amsterdam in 1535, O.A. 1958, 66; M.G. Emeis jr., Amsterdam in en om 1575, O.A. 1975, 130; G.A.C. Dudok van Heel, Geportretteerd katholiek patriciaat I, O.A. 1977, 46; id. Twee tekeningen van het Wederdopersoproer, 1535, J.A. 1979, 18; Spieghel Historiael, Het apocalyptisch experiment te Munster, febr. 2001.

< >