XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Watertorens

betekenis & definitie

Watertorens - Op 20 jan. 1897 besloot de gemeenteraad een waterreservoir annex pompstation te bouwen aan de Haarlemmerweg, dat in 1899 in gebruik werd genomen en inmiddels verbouwd is tot restaurant. Het reservoir kon 10.000 m3 water bevatten. Aan de Amsteldijk stond een watertoren van de in 1896 van de gemeente Nieuwer-Amstel* overgenomen bronwaterleiding. Het ontwerp was van R. Kuipers.

Deze toren deed van 1922 af ook dienst als sterrenkundig observatorium. In 1928 werd hij gesloopt. Een derde watertoren stond in Watergraafsmeer; deze was op initiatief van burgemeester De Wit in 1889 gebouwd en voorzag tot 1921 de Meer van water. Het water, dat van een diepte van 35 a 40 m werd opgezogen, werd op de nabijgelegen terreinen in speciale inrichtingen ontijzerd. In 1912 werd in de De Wetbuurt eveneens een watertoren in gebruik gesteld, die deze buurt van water voorzag. Na enkele jaren werd hij afgebroken, omdat de grote toren voldoende capaciteit had om ook de buurt van water te voorzien. Toen A. in 1921 de Meer annexeerde, raakte ook de grote watertoren aan de Langeweg (nu: Archimedesweg) buiten gebruik. Hij werd in 1956 afgebroken. Op 25 mei 1965 werd aan de Amstelveenseweg een nieuw drinkwaterpompstation geopend. In dit station kan een buffervoorraad van 20 miljoen m3 drinkwater per jaar worden gevormd.

Vanuit het pompstation wordt het water uit de duinen bij Vogelenzang gedistribueerd over A. en omgeving. Via een aanjaagstation in Osdorp wordt het station gevoed. Ook aan de Haarlemmerweg verrees in 1996 een nieuw distributiepompstation. De watertoren bij de voormalige Zuidergasfabriek* werd in 1982 gerestaureerd. Deze toren, in 1911 gebouwd door J.L. Seeuwen, is 45 m hoog. Hij bevatte drie reservoirs, namelijk een voor 175 m3 Amstelwater, een voor bronwater en een voor berging van ammoniakwater. De voet van de toren is van natuursteen en het bovendeel is opgetrokken uit baksteen. Oorspronkelijk was de toren met vier uurwerken uitgerust; de twee die nog over zijn, werden gerestaureerd en de twee die verwijderd waren, zijn door twee nieuwe klokken vervangen. De toren werd onderdeel van het complex van het Gemeente-energiebedrijf*, thans NUON.

LIT. Ir. H. 't Hoen, De nieuwe Watertoren, O.A. 1966, 286; Pauline Houwink, Watertorens in Nederland, 1973; J.A. Groen jr., Het Amsterdamse drinkwater door de eeuwen heen, 1978; J.H. Kruizinga, 350 jaar Watergraafsmeer, 1979.

< >