XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Veth, Jan Pieter (1864-1925)

betekenis & definitie

Veth, Jan Pieter (1864-1925) - Veth was als schilder, tekenaar, etser en kunstcriticus een van de belangrijkste figuren van de jonge kunstenaarsgroep die August Allebé* omstreeks 1880 om zich heen verzamelde. Onder vele schuilnamen heeft hij kunstkritieken geschreven voor de Kroniek* van P.L Tak* en voor de Nieuwe Gids*. Later heeft hij zich in het Gooi gevestigd, maar door zijn serie "Bekende tijdgenooten" een reeks portretten die hij eerst in de Groene*, later in de Kroniek publiceerde bleef er een band met A. Befaamd is zijn portret "Ook een bekend tijdgenoot" van een van de beroemdste kelners van de Port van Cleve*. Maar voor A. heeft Jan Veth toch vooral betekenis gehad door zijn onvermoeide strijd voor het behoud van het stadsschoon.

In 1900 heeft hij, zij het dan uiteindelijk tevergeefs, een vurig pleidooi gevoerd voor het behoud van het zogenaamde Pesthuis* als monument van oude bouwkunst. Van belang is ook geweest zijn protest tegen de voorgenomen demping* van de Reguliersgracht*. Een voordracht hierover voor het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap* is in 1901 met een voorwoord van D.C. Meijer jr. uitgegeven onder de titel "Stedeschennis". in 1924 verhuisde Veth opnieuw naar de stad, waar hij het huis Keizersgracht 327 echter nog maar één jaar bewoond heeft. Zijn in 1906 voor de Rembrandtherdenking geschreven "Rembrandts leven en kunst" is in 1941 met inleiding en toelichtingen opnieuw uitgegeven door prof. J.Q. van Regteren Altena (zie ook: Van Gogh).

LIT. Chr.P. van Eeghen, Jan Veth en Amsterdam, M.A. sept. 1950, 113; H.L.C. Jaffé, Amsterdam als kunstcentrum tussen de Franse tijd en de Eerste Wereldoorlog, O.A. 1974, 43; Fusien Bijl de Vroe, De schilder Jan Veth: chroniqueur van een bewogen tijdperk, 1987; Martha Bakker e.a. (red.), Amsterdam in de tweede Gouden Eeuw, 2000.

< >