XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Rembrandttheater

betekenis & definitie

Rembrandttheater - Het Rembrandttheater, Rembrandtsplein 21-23, brandde in de nacht van 25 op 26 jan. 1943 af, nadat het jarenlang bioscoop was geweest. Het was in de eerste jaren van de 20ste eeuw een zeer bekend operettetheater. Na de opening in 1902 vonden er aanvankelijk variétévoorstellingen plaats, later alleen operettes onder leiding van Max Gabriël. Het Nederlandsch Operettegezelschap van Heuckeroth heeft hier triomfen gevierd; Beppie de Vries werd er ontdekt. Reeds vroeg werden ook

films vertoond als onderdeel van het variétéprogramma en in 1919 werd het theater alleen bioscoop. Dat wekte vrij veel beroering, want tot die tijd beschouwde een groot deel van het publiek de film eigenlijk als iets minderwaardigs. Toch werd het Rembrandttheater ook als bioscoop snel populair. Mede doordat hier onder grote belangstelling films gedraaid werden, ging de pers zich op filmrecensies toeleggen. Onder het theater was "De Kuil", een sociëteit van kleinkunstartiesten, onder voorzitterschap van Louis Davids*. Omstreeks 1920 werd het theater verbouwd door de Duitse filmmaatschappij UFA; het werd een moderne bioscoop, die echter minder populair was dan vroeger, omdat er alleen Duitse films werden gedraaid.

In 1943 is het gebouw afgebrand, vermoedelijk door toedoen van verzetslieden. Twaalf jaar na de brand werd er door de kermisexploitant A. Struyk een noodgebouwtje neergezet, waar onder andere een waterorgel een tijdje publiek trachtte te trekken; later werd het een dancing. Toen ook deze niet floreerde, kocht Tom Manders het gebouw en maakte er een "bonbonnière" van voor zijn schoonzus Rika Jansen (Zwarte Riek). Pas in 1968/1969 waren er weer serieuze bouwplannen. Op 6 januari 1969 legde hoteleigenaar Frits Schiller, samen met de kleinzoon van onroerendgoed magnaat Caransa, de eerste steen voor het Caransa Hotel*.

LIT. Joh.M. Coffeng, Centraal Theater exit, O.A. 1965, 98; T.K. Looyen, Amsterdamse Theaters, 1981, 54.

< >