Heije, Jan Pieter - Jan Pieter Heije (1809-1876), naar wie in Oud-West een straat is genoemd, was in A. een populair man. Hij was geneesheer van huis uit en raakte in deze functie bekend door zijn optreden tijdens de cholera-epidemie van 1832. Tevens was hij ijveraar voor verbetering van de medische opleiding en schrijver van vele boeken en boekjes over de gezondheidsleer. Hij was een van de oprichters van de Vereniging Ziekenverpleging Prinsengracht*. Strijder voor betere levensomstandigheden en woonomstandigheden voor de mindere man was hij als lid van de A'damse gemeenteraad (sinds 1853).
Bij het nageslacht genoot hij hoofdzakelijk vermaardheid als dichter van eenvoudige, ieder aansprekende liedjes. Dichter kan men hem eigenlijk nauwelijks noemen. Hij was geen literator, hij was een versjesschrijver. Een aantal van zijn versjes zijn gemeengoed geworden en tot in onze tijd gebleven: allereerst "Piet Hein", het lied van de Zilvervloot, op muziek van zijn vriend Viotta*, maar ook "Daar zaten zeven kikkertjes al in een boeresloot" en meer kinderliedjes die nog veel op de basisscholen gezongen worden. Ook voor de bevordering van de muziekbeoefening heeft hij veel gedaan, o.a. als bestuurder van Toonkunst*. Met Potgieter* was hij een van de oprichters van De Gids*.
LIT. J.A. Groen jr, Zie de maan schijnt door de bomen, O.A. 1957, 343.