XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Eilandskerk

betekenis & definitie

Eilandskerk - "In Augusto des Jaaren 1659" liet de vroedschap* van A. een "Loots of te schuur" bouwen op het Bickerseiland*, later genoemd "Eylants-kerk", aldus Jan Wagenaar*. Die houten loods was zo duur aan reparatiekosten, dat er in 1734 besloten werd een stenen kerk te bouwen. Dit werd de Eilandskerk, die een tragisch slachtoffer werd van het moderne verkeer van de spoorweg naar Haarlem, die dicht langs de kerk liep. Reeds in 1910 moest de kleine koepeltoren met uurwerk en slagklokken gesloopt worden, omdat door het dreunen van de treinen de grond aan het verzakken ging en de toren te zwaar voor de kerk werd. Het gebouw bleef berooid, ontluisterd over: een stijve, rechte massa steen, koel en nuchter, zoals in die tijd de bouw was.

Het slopen van de toren hielp echter niet afdoende, het verzakken van de grond ging door, het hele gebouw werd een gevaar voor de omgeving. De zuilen gleden van de grondpalen af, het herstelwerk van de zware bovenbouw zou tonnen kosten. In 1939 besloot dan ook de Ned.-herv. kerkenraad tot afbraak, zij het met bloedend hart, want de kerk vervulde een nuttige functie als "waterkerk", d.w.z. als godsdienstig centrum voor de schippers, die hier aan het water hun kerk hadden. In 1950 is het besluit uitgevoerd. LIT. J.H. Kruizinga, De Westelijke Eilanden, 1986, 73.

< >