XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Davids, Louis (1883-1939)

betekenis & definitie

Davids, Louis (1883-1939) - Davis werd in de Rotterdamse Zandstraat geboren en trad reeds op 8-jarige leeftijd met zijn vader en moeder (kermisklanten) op in dubieuze tingeltangels in de Nes te A. Geleidelijk echter wist hij de weg tot het grotere publiek te vinden. Eerst trad hij als assistent van goochelaar "Akimoto" op in het buitenland, maar slaagde niet. In Nederland terug kwam hij bij het gezelschap van Frits van Haarlem. In 1913 trad hij in de operette bij Kreeft en Pauwels op.

Na de scheiding van zijn vrouw Betsy Kokernoot trouwde hij met de Engelse officiersdochter Margie Morris. Toen begon zijn echte artiestenbestaan. Hij schreef en Margie componeerde tientallen liedjes zoals "En toch ben ik dol op jou", "De meisjes uit Wenen" en "Breng mij naar Amsterdam terug". Hij schreef ook voor de volksstukken van Herman Bouber: "Nou, tabee dan!", "Als de tros wordt losgesmeten", "De Westertoren", enz. Toen Davids een beroemd man werd, werd hij directeur van het Casino Theater in Rotterdam, maar hij voelde dat hij het contact met zijn publiek verloor. Hij stichtte het Kurhaus-Cabaret in Scheveningen, maakte veel gebruik van teksten van Jacques van Tol en toen ontstonden liedjes als "De Sweepstake", "De olieman", "Naar de bollen", "De voetbalmatch", "De boksmatch", "De kleine man" (ontleend aan het Engelse "The big cityman") en het ontroerende "Weet je nog wel, oudje?", liedjes die tot op de huidige dag bekend zijn. Louis Davids speelde eveneens in Nederlandse films, waarbij hij noch in felle bewogenheid, noch in grofheid of valse sentimentaliteit succes vond.

Hij kan beschouwd worden als een van de grootste figuren in de kunst met de kleine "k". De amusementshistoricus Alex de Haas noemde hem "de meest Amsterdamse zanger van Amsterdam". In Osdorp werd een straat naar hem genoemd. Louis Davids had één broer, Hartog (Hakkie), en twee zusters, Rebecca (Rieka) en Henriëtte (Heintje Davids*), die allen het cabaret hebben gediend en groot gemaakt. Louis Davids kreeg in dec. 1983 in de Zandstraat in Rotterdam een monument: een twee en een halve meter hoge grammofoonplaat (78 toeren) waarvan een stuk is afgebroken, symbool van het dramatische dat in Davids liedjes doorklonk. Het ontwerp werd gemaakt door de Rotterdamse beeldend kunstenaar Mathieu Ficheroux.

LIT. J.E. van der Kamp, Mens, durf te leven, 1978, 737.

< >