XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 21-06-2018

Botermarkt

betekenis & definitie

Botermarkt - De markt werd al sinds de Middeleeuwen gehouden op de Dam, maar toen in de 17de eeuw de stad werd uitgelegd, werd "door de groote toevloeynge van de buyten-luyden ... de passagie op het Rokin zeer benauwend ende belemmerend". En daarom werd deze overdrukke en belangrijke markt in 1669 verplaatst naar wat toen Reguliersmarkt, na de verplaatsing Botermarkt heette en nu Rembrandtsplein* is. De Botermarkt is lang het voornaamste marktveld van de stad geweest, waar van heinde en ver de boeren met hun producten heentrokken. Bekend is dat er in de 18de eeuw 32 vaste plaatsen waren voor de boterverkopers uit Kuinre, uit de kop van Overijssel. Ook tijdens de kermis* was de Botermarkt het drukste plein van de stad.

Hier stonden de meeste kramen en tenten, hier vierde de vrolijkheid hoogtij. Jan ter Gouw* vertelt hiervan in zijn "Volksvermaken". Het plein was ook een wagenplein*, waar reiswagens af- en aangingen, zoals dat ook op het Leidse- en het Haarlemmerplein is geweest. Ook was rondom de buurt van de Botermarkt een bloeiende rijtuigindustrie en er woonden veel zadelmakers en hoefsmeden. De namen Wagenstraat en Paardenstraat herinneren hier nog aan. Een bijzonder stuk was ook de zgn. Kippenhoek* voor de pluimveehandel, bij de Amstelstraat. De Botermarkt kreeg na de Franse tijd een ander karakter en ten slotte werden het de boekenstalletjes, die in een lange, schuine lijn van Halvemaansteeg naar Utrechtsestraat het gezicht van het plein bepaalden. Na 1870, toen het plantsoen werd aangelegd, zijn de stalletjes naar de Oudemanhuispoort* verplaatst.

LIT. A. Halberstadt, Botermarkt en Kaasplein, J.A. 1910, 156; H. Wartenberg, Opslagplaats van het verleden, O.A. 1970, 292.

< >