Arbeiderspers - Het hoge, gele gebouw aan het Hekelveld (architect ir J.W.E. Buys), waar tot 1970 de dagbladen van de Arbeiderspers gedrukt werden en vele andere publicaties van de sociaal-democratie in Nederland het licht zagen, was een bewijs, hoe machtig de pers van de linkse arbeiders in Nederland geworden was. Het was een moeilijke en zware weg die de Arbeiderspers volgde. Het begon in een eenvoudig dropfabriekje aan de Geldersekade, waar op 1 apr. 1900 het eerste nummer van Het Volk van de persen kwam, en leidde tot de moderne, keurig geoutilleerde krantenfabriek aan het Hekelveld, waar de enorme rotatiepersen op de benedenverdieping van buiten af door grote ramen te zien waren. Herman Heijermans* was het, die voor het eerst de gedachte aan een sociaal-democratisch dagblad wijdde.
Het partijbestuur voelde ervoor, een commissie onderzocht de mogelijkheid en ten slotte kwam het geld er ook, zij het mondjesmaat. De redacteuren verdienden ƒ 1.000 per man per jaar. Er waren er vijf, van wie P.J. Troelstra*, de gevierde leider van de S.D.A.P., als hoofdredacteur optrad. J.F. Ankersmit bleef tot 1937 verbonden aan Het Volk, sinds 1920 als hoofdredacteur, eerst naast Troelstra, na 1925 alleen. K. van Bruggen is in 1902 naar het Algemeen Handelsblad* overgestapt. Jan de Roode, in de hongerwinter overleden, heeft zich een grote naam verworven als schrijver van het buitenlands politiek overzicht in de bladen van de Arbeiderspers, tot 1940. M. Mendels, afkomstig van de Zwolsche Courant, vertrok met Van Bruggen in 1902 uit de redactie om zich te wijden aan de propaganda voor de beweging. Troelstra trad in 1903 terug en werd vervangen door de in A. toen al zeer vermaarde P.L.
Tak*. Hij kwam uit de school van J. de Koo* van het dagblad de Amsterdammer*. Hij miste de onstuimigheid van Troelstra in zijn artikelen, was veel evenwichtiger, maar wist de krant uit te bouwen. Inmiddels waren ook de vermaarde W.H. Vliegen, later Kamerlid, en Ed. Polak tot de redactie toegetreden. In datzelfde jaar (1902) begon ook Albert Hahn* de zondagseditie te verrijken met zijn spotprenten. Toen de dropfabriek te klein werd, verhuisde de krant naar Keizersgracht 378, waarbij later 376 en 380 getrokken werden. In 1907 stierf P.L. Tak.
Geruime tijd is er toen een collectieve redactie geweest, waarbij vier redacteuren de leiding hadden. Dat duurde tot 1914. In dat jaar pleitte Troelstra voor een neutraliteitspolitiek van ons land in de pas begonnen Eerste Wereldoorlog, maar hij had niet het gevoel dat hij daarbij het partijbestuur geheel achter zich had en trad af. In 1919 keerde Troelstra terug, eerst samen met De Roode, toen met Ankersmit. Hij gaf tot 1937 leiding aan de krant. Het Volk had toen inmiddels het grote, nieuwe gebouw aan het Hekelveld betrokken en was met zijn vele nevenedities al lang niet meer zuiver een partijblad maar een algemeen nieuwsblad voor arbeiders, voortreffelijk geredigeerd en op hoog peil. Ankersmit werd opgevolgd door dr H.B.
Wiardi Beekman, gedurende de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp overleden. De oorlog is voor de krant moeilijk geweest. Zij kwam onder nationaal-socialistische leiding, zodat na de bevrijding de naam veranderd werd in Het Vrije Volk*. Het gebouw aan het Hekelveld kwam leeg te staan. Het dagblad verhuisde naar Rotterdam, de uitgevers- sectie werd gevestigd op het Singel 262 bij uitgeverij Querido. Op de plaats van het in 1973 gesloopte gebouw van de Arbeiderspers kwam in 1975 het Sonestahotel*, sinds 1993 Hotel Renaissance genaamd.
LIT. Gerard Mulder, Hugo Arlman en Ursula den Tex, De val van de Rode Burcht, 1980; Luuk Brug en Hans van der Hurk, Gemeenteraadsverkiezingen in 1897, O.A. 1990, 70; Henk Timmerman, Opruiende blaadjes, weerspannige venters, O.A. 1990, 120.