XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Ansingh

betekenis & definitie

Ansingh - Maria Elisabeth Georgine Ansingh, "Lizzy" (1875-1959), een van de Amsterdamse Joffers*, stamde uit een kunstenaarsfamilie. Reeds op jeugdige leeftijd begon zij bijbelse voorstellingen en engelen uit het hoofd te tekenen. Zij kwam sinds haar zesde jaar veel op het atelier van haar tante, de portretschilderes Thérèse Schwartze* (1852-1918). Toen zij twaalf jaar oud was tekende Lizzy 's avonds bij prof. N. van der Waay* (1855-1936).

In 1893 ging zij naar de Rijksakademie van Beeldende Kunsten* te A., waar zij vier jaar studeerde, o.m. bij de hoogleraren C.L. Dake en A. Allebé*. In 1900 exposeerde zij voor het eerst met een portret van haar moeder. Nadien heeft zij een groot aantal persoonlijkheden geschilderd, o.m. prinses Juliana. Zij verkreeg grote bekendheid door haar poppenschilderijen, waarmee zij de gebreken van het mensdom hekelde. Tot haar bekendste werken worden gerekend "Het gele gevaar", "De zeven hoofdzonden", "Het verzonken beeldje", "Verstooten", "Ontwaakt" en de "Uitvaart van Thérèse Schwartze's palet". Enkele van haar werken werden met gouden en zilveren medailles bekroond.

Zo kreeg zij de Sint Lucasprijs en de gouden medaille van Arti et Amicitiae*. In de rij van de Amsterdamse Joffers* nam zij zo'n belangrijke plaats in, dat zij in die kringen de naam "prinses der schilderessen" kreeg. In 1935 werd zij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Zij overleed in haar woning Prinsengracht 1091. Haar atelier was sinds 1908 op Herengracht 495. Haar schilderijen hangen in het Dordrechts Museum en in het Centraal Museum te Utrecht. In 1983 werd een straat in de Pijp naar haar genoemd.

LIT. F.J. Dubiez, De Amsterdamse Joffers, O.A. 1971, 12 en 43; A. Venema, De Amsterdamse Joffers, 1977.

< >