Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 30-01-2022

uit de oude doos

betekenis & definitie

(18e eeuw) (cliché) gezegd van iets uit vroeger tijd, iets dat al langer gekend is; ouderwets iets of iemand.

• Iets uit de oude doos. (Anoniem: Bataafsche liederen, voor vaderlandsche jongelingen en meisjes. 1795)
• (Hij) had … zich vergenoegd met nu en dan … een luimig gedichtje voor te dragen of een paar koepletten uit de oude doos te neuriën (J. van Lennep: De Lotgevallen van Klaasje Zevenster. 1866)
• Lange Toon zou draaien als een virtuoos
Polka’s en quadriljes uit de oude doos. (Eduard Kapper: De zilveren bruiloft van Manke Nelis. ca. 1922)

< >