(19e eeuw) (cliché) iedereen; Jan en alleman; Jan, Piet en Klaas. Naar bekende Nederlandse voornamen. Variant: Peer* en Pauw.
• Voorts, waar ik zoo een en andermaal het woord apostel uitsprak, dacht ik nog aan apostelnamen, die wellicht in deze of die uitdrukking schuilen. Van een erg beschonkene zegt men wel eens: hij weet van Teeuwes noch Meeuwes. Ik denk, dat dit op de Apostelen Mattheüs en Bartholomeüs zal doelen. En 't is niet onmogelijk, dat wij aan Johannes, Petrus en Paulus te denken hebben bij 't gemeenzame gezegde: Jan, Piet en Pauw." (E. Laurillard: Bijbel en volkstaal. 1901)
• Piet en Pauw*) twee uitdrukkingen:
-"ze hale d'r Piet en Pauw maar bij" (Jan en Alleman)
-"van Piete naar Pauwe sture" (van 't kastje naar de muur)
Petrus en Paulus. (Sibrand de Grauw en Gerard Gast: ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes. 2014)