(19e eeuw) (ook: Jan, Piet en Paul) (cliché) de gewone man; het gewone volk; iederen. Vgl. Eng.: Tom, Dick and Harry.
• Met de aankondiging dezer Brieven zullen wij eene uitzondering maken, en, zoo mogelijk, elken Brief dadelijk kennelijk maken. Want het overig geschrijf is meestal het gevoelen van jan, piet en klaas, en verdient dit altijd te blijven. (Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830)
• Hè je der nou senie in om ers nee de lustige skaseraiers te kaiken, bind den je skase onder je biene en volg main. En as je bai geval niet raie kenne, verekskeseer je den liever, want je loope in dut geval groot gevaar om je an de bespotting en skimpskeute van Jan, Piet en Klaas bloot te stellen. (L. Leopold & Joh. A. Leopold: Van de Schelde tot de Weichsel. Deel 1: Frankrijk - Zuid-Nederland - Noord-Nederland. 1882)
• Jan, Pait in Poul (Kloas) = Jan en Alleman. (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)
• En als hij beweert, dat het Paleis op den Dam op elkeen aanstonds indruk maakt, dan vraag ik, nuchter: waarom? Dat weet de schrijver niet. En ik ook niet. Maar zeer waarschijnlijk niet om een gevoel voor monumentale massaverhoudingen en architecturale uitdrukkingsvormen, want dat gevoel komt Jan, Piet en Klaas maar zóó niet aanwaaien. (Jan Greshoff: Currente calamo. 1930)
• Immers, ik weet zeker dat mijn familie op zijn vertrek zit te geilen en dat zij daags nadien op bezoek komen om zich in ’t schouwspel van Adele te verlustigen. En dan kunnen wij tenminste van haar verloofde spreken en niet van Jan, Piet of Klaas. (Willem Elsschot: Tjip. 1934)
• Want als Jan, Piet en Klaas gelukkig zijn, taalvaardig zijn, zichzelf bollebozen achten, is jouw lijden nuttig geworden, en ben je ook zelf gelukkig. (Gerrit Komrij: Averechts, 1980)
• Toen elke hoogleraar zich met Jan, Piet of Klaas liet aanspreken kon elke Jan, Piet of Klaas hoogleraar worden. (Gerrit Komrij: Humeuren en temperamenten. 2009)