(1940) (Barg.) gezegd van iets dat niet gering (een meevaller) of nogal gortig is. Vaak als terechtwijzing. Vermeld door het WNT, zonder vindplaats; en door Endt en Frerichs (Bargoens Wdb.) , met als voorbeeld: `Mijn moeder had 18 kinderen. Ik twee. Niet gepiest en toch nat.' I.p.v. gepiest ook schertsend gepezen.
• U is arbeider lezer. U verdient fl. 25.— per week. Omdat U hiervan niet sparen kunt, geeft U dit bedrag per week geheel uit. De omzetbelasting bodraagt 6% minimaal, voor sommige artikelen meer'. 6 % van fl. 25.-- maakt fl. 1.50. Per week betaalt U aan omzetbelasting fl. 1.50. Vergeef mij lezer, maar bij ons noemt men zoiets: "Niet gepiest en toch nat."( Het kompas / uitg. van het Marxistisch Jeugd Comité, 15/11/1940)
• Intusschen hebben Harrie en Charlie een copieus diner bij Carlton weggewerkt met twaalf gangen, drie soorten wijn, vooral veel wijn geven, denkt Harrie, vanavond moet ze dronken zijn en met buigende obers die telkens weer met nieuwe gerechten en nieuwe schotels onhoorbaar over het dikke tapijt komen aanloopen. Maarde kostelijkste schotel bewaren ze voor het eind wanneer de rekening op een bordje voor Harrie op tafel gezet wordt. Een oogenblik valt hij uit zijn rol. „Dat is niet gepiest en toch nat,” roept hij onderdrukt uit. (T. Frankenmolen: De sleep wordt hoe langer hoe groter. 1941)
• Katholieke Arbeiders, maakt de Katholieke Vakbeweging tot een machtig bolwerk. Alleen de Katholieken komen op VOOR BESCHERMING VAN HET GROTE GEZIN.” Da’s niet gepiest en toch nat. (De vakbeweging; kaderblad van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen, 31/03/1953)
• Nou, zegt Griet, da's niet gepiest en toch nat. Als ik dat er vroeger voor had durven vragen, zou ik schatrijk zijn. (Jan Mens: Griet Manshande. 1961)
• Treinreizigers: Niet gepiest en tóch nat. (Nieuwsblad van het Noorden, 31/01/1970)
• Jij zit knijp omdat je voor 'n halfmiljoen an matterialen heb geïnd op een valse firremanaam. Niet gepiest en toch nat. (Ben Borgart: Blauwe nachten, 1978)
• Op een maandag werd De Cler na de uitzending bij de heer Rammelt op het matje geroepen omdat de freule tegen haar tuinman had gezegd: „Nou, nou Pepijn. Dat is niet gepiest en toch nat." (Trouw, 30/12/1983)
• ‘Dat is niet gepiest en toch nat,’ zei mijn moeder als ze zich weer eens tot een stupor van vrolijkheid had opgewerkt. (Louis Ferron: De Walsenkoning. 1993)
• Peter Jan Rens, in de pers gefileerd vanwege zijn Late Night, weet dat het leven soms teleurstellingen inhoudt. Maar niet gepiest is ook niet nat. (de Volkskrant, 25/09/1997)
• In een vraaggesprek met Vrij Nederland in september hield Rens al rekening met een mislukking. 'Als het misgaat neem ik daar dus alle verantwoordelijkheid voor', zei hij toen. 'Ik weet dat het leven soms teleurstellingen inhoudt. Maar niet gepiest is ook niet nat.' (NRC Handelsblad, 12/12/1997)
• (B.J. Martens van Vliet: De vollekstaol van de stad Uterech. 1997, tweede druk)
• Eigenaar van Events & Tours, Harry Kremers, zegt over de prijs: ‘Inderdaad, da’s niet gepiest en toch nat. (Nieuwe Revu, 08/09/1999)
• (Jan Luitzen: Wie roept de jan-lik-mijn-bord-af even? Plat-Mokumse spreuken, woorden en verhalen. 2007) p. 77
• Oud worden, het is anders… Ik voel da’k achteruitga. Zes-enne-tachtig, da’s niet gepiest en toch nat – vertel dat maar niet thuis hoor, anders zeggen ze, ga daar maar niet meer heen. (Anton Valens: Dweiloorlog. 2008)