stupor
stupor - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) verminderd bewustzijn
L.J.M. Bogaert (2007)
(m.), sterke vermindering of gehele opheffing van de geestelijke functies die gepaard gaat met onbeweeglijkheid van het lichaam en kan optreden na hevige emoties of bij bepaalde ziekten.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Lat. voor 1. verdoving, geheel of gedeeltelijk bewustzijnsverlies; 2. de toestand van een geesteszieke, die niet of nauwelijks meer reageert (o.a. bij melancholie en bij schizofrenie).
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. ōris, m. verdoving, gevoelloosheid, sensus, Cic., linguae, belemmering, Cic.; verbluftheid, verbazing, stupor patres defixit, Liv. 2. ōris, m. domheid, stompzinnigheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: